Erbij horen

Gepubliceerd op: 23 november 2023

Wie niet zelf het vertrouwen heeft, dat hij of zij ergens bij hoort, die zal zichzelf ervan proberen te verzekeren dat hij er wél echt bij hoort, door anderen als ‘vreemdeling’ of ‘uitzondering’ aan te merken.

Dit principe zie je al op het schoolplein en het is de achtergrond van elke oorlog: een sterke groepsidentiteit creëer je door het aanwijzen van een vreemdeling of een vijand. Want een vijand verenigt. Makkelijk is het ook, want oog in oog met een vijand hoef je niet naar je eigen problemen te kijken.

Andersom is alleen ook waar: het vertrouwen dat je erbij hoort creëert draagvlak voor gastvrijheid aan onbekenden. Gasten kun je alleen welkom heten, als je je zélf voldoende thuis voelt en veilig. Dat geldt voor de kerk trouwens ook.

Deze verkiezingsuitslag brengt dit eeuwenoude principe duidelijk aan het licht. Wie vooral ‘anderen’ en ‘vreemden’ aanwijst als bedreiging voor ‘ons land’, mikt op de angst van iedereen om een vreemde in eigen land te worden. Maar als de oplossing daarvoor het ‘verminderen van vreemden’ is, dan moet daar wel iets paradoxaals gaande zijn. Met als kers op de paradoxale taart dat een vereniging die Nederlanders oproept zich te verenigen tegenover ‘vreemden’, een partij is waar niemand lid van kan worden.

Hoe meer we dus onze gemeenschappelijkheid definiëren door het aanwijzen van ‘vreemde’ of ‘vijandige’ elementen daarin, hoe meer we blijk geven van een eigen onzekerheid over of we hier zélf wel thuis mogen zijn. Het is al te menselijk. Zoals Kaïn en Abel al ruzie maakten om de gunst van God. Of zoals kinderen ruzie maken om de gunst van hun ouders. Toch zullen we pas werkelijk thuis zijn, als het lukt om gastvrijheid te beoefenen voor vreemden en onbekenden. Niet als morele plicht dus, niet omdat het zou moeten, maar juist als vrucht van een eigen innerlijke overtuiging dat het kunnen verwelkomen van een ander eigenlijk de beste bevestiging is van je eigen geborgenheid en worteling.

Alleen, hoe komen we samen in dat beloofde land waar dat vertrouwen er zal zijn? In de bijbel, in het Oude Testament, staat in Deuteronomium 10, 19 de volgende opdracht: Heb daarom de vreemdeling lief, want jullie waren zelf vreemdelingen in het land Egypte. Daar ligt de weg naar het vinden van vertrouwen in de onbekende ander: je was, of je bént, er zelf eentje. Heb de moed om in jezelf de vreemdeling te zien, die erbij wil horen. Want dan weet je hoe betekenisvol en goed het is om tegen elkaar te zeggen: je hoort erbij.

Geschreven door Tom de Haan (Stadsdominee)