Herdenking slavernijverleden

Gepubliceerd op: 4 juli 2024

Al meer dan 200 jaar, was er in deze grote, oude Bavokerk, deze plek; Lag het lichaam van Susanna Dumion hier al. Ze was in Suriname tot slaaf gemaakt en aan het einde van haar leven in Haarlem, in 1818 hier in de kerk begraven, 107 jaar oud. Maar zover ik weet, stond niemand er bij stil. En tot vorig jaar wisten we ook niet precies waar deze Susanna begraven was. Na haar begrafenis gebeurde er 200 jaar niks, bleef haar graf het zelfde.

Dus móet het wel zo zijn, dat wíj, u en ik veranderd zijn, nu er sinds vorig jaar deze herdenking is rond haar graf, waarop haar naam niet te lezen is. Er verschuift iets in onze samenleving, waardoor juist ook op deze oude plekken, ándere dingen aan het licht komen. Ja, misschien is het klein en zijn het maar een paar en zouden er veel meer moeten zijn. Maar toch. Een graf waar 200 jaar lang overheen gekeken is, wordt nu in het licht gezet. Versierd, herdacht.

We mogen God wel danken dat Susanna Dumion zo oud is geworden, dat ze is geportretteerd toen ze honderd werd, en dat ze hier werd begraven. Anders waren we haar, zoals talloze anderen, verloren in de geschiedenis. Dankzij de vasthoudendheid van Mariska en Marion vorig jaar, en dit jaar opnieuw, kwam deze herdenking hier tot stand, en veranderden ook wij als kerk een (klein) beetje mee, en groeit het besef, dat met deze nieuwe herdenking, deze oude kerk, steeds opnieuw een ‘nieuwe’ kerk moet worden.

Want dit eeuwenoude gebouw, kunnen we niet meer zien als een ‘succes uit het verleden’. Die blijken immers geen garantie voor de toekomst. Daarom herinneren we ons vandaag juist hoe ook de kerk en het christendom hebben bijgedragen aan het legitimeren van slavernij. Met name door het verhaal uit Genesis van Noach, en wat ‘de Vloek van Cham’ is gaan heten. Heel kort:

Noach ligt naakt een roes uit te slapen. Zijn zoon Cham ontdekt hem, en vertelt het zijn broers. Die bedekken hun naakte vader met een mantel of kleed terwijl ze achteruit lopen, zodat ze hem niet zien. Maar Cham wordt daarna door zijn vader vervloekt. En die vloek houdt in, dat hij en zijn nakomelingen, knecht, of slaaf, van zijn broers en hun nakomelingen zullen zijn.

Zo brengt dit verhaal een wrede ondergeschiktheid onder mensen die als broers verwant zijn met elkaar. Dat is al problematisch. Maar eeuwen later bedacht iemand, dat die naam Cham, lijkt op een ander Hebreeuws wordt, dat ‘zwart’ zou kunnen betekenen. En met die uitleg, konden alle mensen met een donkere huidskleur als slaven behandeld worden, en kon je dat óók nog Christelijk noemen, of zelfs ‘Gods wil’.

Uit recent onderzoek, blijkt dat de meeste theologen van 18e en 19e eeuw, zich tegen deze ‘raciale’ uitleg van het verhaal verzetten. Maar, zo merkt onderzoeker Martijn Stoutjesdijk op: Dát ze zich hiertegen verzetten, maakt duidelijk dat het waarschijnlijk een breed gedeelde opvatting was. De Bijbel als legitimatie van slavernij en racisme, de Bijbel als fundament van een koloniaal businessmodel, de Bijbel als teken van de superioriteit van de ene mens boven de ander. Het gebeurt helaas nog steeds. Terwijl het een boek van belofte en bevrijding moet zijn, van ieder mens als zus en broer van de ander. Ieder mens, kind van God.

De Apostel Paulus schrijft het rond het jaar 50 zo aan de eerste christenen in Rome, over de Heilige Geest die met Pinksteren de mensen vervulde, en alle culturen met elkaar verbond:

Romeinen 8 [15] U hebt de Geest niet ontvangen om opnieuw als slaven in angst te leven, u hebt de Geest ontvangen om Gods kinderen te worden – door Hem roepen wij God aan met ‘Abba, Vader’. [16] De Geest zelf verzekert onze geest dat wij Gods kinderen zijn. [17] En als we zijn kinderen zijn, zijn we ook zijn erfgenamen: erfgenamen van God, samen met Christus. Want wij delen in zijn lijden om ook met Hem te kunnen delen in Gods luister.

Dat moet vandaag, en dat had ook in de 18e en 19e eeuw, de kerk moeten zijn: Niet het instituut dat deelt in de rijkdommen van het kolonialisme, slavernij en uitbuiting, maar een wereldwijde gemeenschap van zusters en broeders, zonder uitzonderingen, die als kinderen van dezelfde vader of moeder, allemaal delen in Gods belofte van een wereld van vrede en recht. Dat ook wij hier in Haarlem, daaraan bij mogen dragen.

Stadsdominee Tom de Haan
Toespraak tijdens de herdenking van het slavernijverleden bij het graf van Susanna Dumion in de Grote of St.-Bavokerk